Home Bots & Brains Wanneer vertrouwen kinderen een robot?

Wanneer vertrouwen kinderen een robot?

door Pieter Werner

In een tijdperk waarin kinderen steeds meer worden blootgesteld aan enorme hoeveelheden online informatie, waarvan een deel niet is geverifieerd en geproduceerd door AI en niet-menselijke bronnen, wordt het begrijpen van de ontwikkeling van vertrouwen cruciaal. Een recente studie gepubliceerd in het tijdschrift Child Development getiteld ‘Jonger, niet ouder, kinderen vertrouwen een onnauwkeurige menselijke informant meer dan een onnauwkeurige robotinformant’ onderzoekt hoe kinderen van drie tot vijf jaar informatiebronnen onderscheiden en erop vertrouwen.

Het onderzoek, uitgevoerd door Li Xiaoqian en professor Yow Wei Quin van de Singapore University of Technology and Design (SUTD), onderzoekt de basis waarop jonge kinderen beslissen wie ze kunnen vertrouwen bij het leren van nieuwe informatie. Volgens Li Xiaoqian: “Kinderen vertrouwen niet zomaar iemand om hen labels te leren; ze vertrouwen degenen die in het verleden betrouwbaar waren.” Deze selectiviteit, zo legt ze uit, duidt op een groeiend begrip bij jonge kinderen van wat een betrouwbare informatiebron is.

In het onderzoek werden kleuters uit verschillende instellingen in Singapore verdeeld in ‘jongere’ en ‘oudere’ cohorten, gebaseerd op de gemiddelde leeftijd van 4,58 jaar. Deze kinderen maakten vervolgens kennis met een menselijke of robotinformant, gepersonifieerd door de humanoïde sociale robot NAO van SoftBank Robotics, die hen voorzag van nauwkeurige of onnauwkeurige labels voor objecten. Het vertrouwen van de kinderen werd afgemeten aan hun bereidheid om nieuwe informatie van deze informanten te accepteren.

Uit de bevindingen bleek dat zowel jongere als oudere kinderen open stonden om te leren van informanten die eerder nauwkeurige informatie hadden verstrekt. Wanneer ze echter geconfronteerd werden met een onbetrouwbare informant, vertrouwden jongere kinderen eerder een mens dan een robot, terwijl oudere kinderen een algemeen wantrouwen toonden tegenover onbetrouwbare bronnen, ongeacht of ze mens of robot waren.

Dr. Li benadrukt dat deze resultaten duiden op een verschuiving in selectieve vertrouwensstrategieën naarmate kinderen ouder worden. Terwijl jongere kinderen wellicht meer vertrouwen op identiteitskenmerken, lijken oudere kinderen meer nadruk te leggen op de betrouwbaarheid van de informatie zelf, ongeacht de bron. Deze verschuiving van ‘wie je bent’ naar ‘wat je weet’ markeert een belangrijke ontwikkelingstransitie in de manier waarop kinderen betrouwbaarheid beoordelen.

Deze studie is baanbrekend in het rechtstreeks vergelijken van het vertrouwen van kinderen in mensen versus robots en in het begrijpen van de nuances van de ontwikkeling van vertrouwen. Zoals Prof Yow opmerkt, zijn deze inzichten bijzonder relevant gezien de toenemende integratie van robots en AI-gestuurde tools in onderwijsomgevingen. Naarmate de blootstelling van kinderen aan en de interactie met deze technologieën toeneemt, kan hun perceptie van deze niet-menselijke bronnen als betrouwbaar en intelligent veranderen.

De implicaties voor het onderwijsontwerp zijn aanzienlijk. Prof Yow benadrukt het belang van het overwegen van waargenomen competentie bij het creëren van robots en AI-tools voor jonge leerlingen. Erkennen hoe het vertrouwen van kinderen evolueert, kan leiden tot het creëren van effectievere en ontwikkelingsgeschikte leeromgevingen.

Foto: Een kind kijkt toe hoe een robot nauwkeurige of onnauwkeurige informatie verstrekt. Credit: SUTD

Misschien vind je deze berichten ook interessant