Tijdens Vision, Robotics & Motion verzorgde Rocking Robots een speciale lezingentrack waarin de interactie tussen mens en robot centraal stond. In een serie presentaties, paneldiscussies en gesprekken met experts werd onderzocht hoe robotica zich ontwikkelt van technische tool naar volwaardige samenwerkingspartner in de maakindustrie. Met sprekers van onder andere FANUC, Pilz, Mitsubishi Electric en Fizyr kwamen zowel praktische toepassingen als toekomstvisies aan bod.
In zijn keynote “De economische onvermijdelijkheid van de humanoid robot” schetste Randall van Poelvoorde een toekomst waarin humanoïde robots een fundamentele rol zullen spelen in het economische systeem. Zijn centrale stelling: door de grootschalige inzet van humanoids zullen de kosten van arbeid structureel en ingrijpend dalen. Volgens Van Poelvoorde is dit niet alleen technisch mogelijk, maar ook economisch onontkoombaar.
Hoewel hij erkende dat humanoïde robots op dit moment nog met beperkingen kampen – zoals beperkte mobiliteit, beperkte autonomie en hoge ontwikkelkosten – benadrukte hij dat de vooruitgang razendsnel gaat. De combinatie van kunstmatige intelligentie, geavanceerde aandrijftechniek en verbeterde sensoriek zorgt ervoor dat humanoids binnen afzienbare tijd in staat zijn om een breed scala aan menselijke taken over te nemen, zowel in industriële als dienstverlenende omgevingen.
Van Poelvoorde riep organisaties op om nu al na te denken over de implicaties van deze technologische verschuiving. De komst van generalistische robots die op mensen lijken en met mensen kunnen samenwerken, zal niet alleen leiden tot andere vormen van werkverdeling, maar ook tot nieuwe vragen over ethiek, verantwoordelijkheid en infrastructuur. Volgens hem is het van strategisch belang dat bedrijven en instellingen zich actief voorbereiden op deze transitie, om technologische achterstand en economische frictie te voorkomen.
Mens en Robot: De evolutie van interactie
Tijdens de keynote “Mens en Robot – De evolutie van interactie” ging Marco van der Hoeven, hoofdredacteur van Rocking Robots, in op de veranderende relatie tussen mensen en robots in de maakindustrie. Zijn verhaal plaatste de menselijke factor centraal in een tijd waarin robottechnologie zich razendsnel ontwikkelt en toepassingen in de praktijk steeds breder worden uitgerold.
De presentatie belichtte hoe de interactie tussen mens en machine zich ontwikkelt van functionele samenwerking naar een meer natuurlijke en intuïtieve vorm van co-existentie. Aan de hand van actuele voorbeelden werd duidelijk dat robots niet alleen fysieke taken overnemen, maar ook steeds vaker sensoren, AI en gedragsmodellen gebruiken om te anticiperen op menselijke behoeften en bewegingen.
Een belangrijk thema was de acceptatie van robots op de werkvloer. Van der Hoeven verwees onder meer naar onderzoeksdata en praktijkcases die aantonen dat medewerkers robots niet per se als bedreiging ervaren, maar juist als hulpmiddel om werk veiliger en efficiënter te maken – mits de implementatie zorgvuldig en met oog voor de menselijke maat gebeurt.
Ook werd er gereflecteerd op het ontwerp van robots: hoe menselijk moeten ze eruitzien, hoe communiceren ze met collega’s, en wat is de rol van culturele en psychologische factoren bij succesvolle samenwerking? Daarbij kwamen ook ethische vragen aan bod, zoals verantwoordelijkheid bij fouten en de grens tussen autonomie en controle.
De sessie sloot af met een blik op de toekomst: hoe kan de maakindustrie profiteren van een verdergaande integratie van mensgerichte robotica, en welke vaardigheden zullen mensen nodig hebben in een omgeving waar samenwerking met robots de norm wordt?
AI
Het panel trapte af met de vraag: Wat is het grootste misverstand over robotisering? Hieruit bleek dat veel bedrijven denken dat robotica een directe en universele oplossing biedt, terwijl succesvolle inzet juist afhangt van zorgvuldige integratie in het productieproces. Ook kwam het onderscheid tussen werkzame en minder geslaagde toepassingen aan bod. De sprekers deelden voorbeelden van projecten waarin robotoplossingen daadwerkelijk operationele winst opleverden, maar ook casussen waarin verkeerde aannames of onduidelijke doelstellingen leidden tot teleurstelling.
Het tweede thema – veiligheid en mens-robotinteractie – leidde tot een kritische bespreking van de balans tussen bescherming en productiviteit. Moderne veiligheidsstandaarden maken samenwerking maken zonder onnodige vertragingen, mits deze goed worden toegepast. Wet- en regelgeving blijkt vaak niet het probleem, maar juist de verkeerde interpretatie ervan door onervaren gebruikers.
Tot slot werd ingegaan op de toegevoegde waarde van AI en visiontechnologie. AI maakt robots niet alleen slimmer, maar ook flexibeler in veranderende omstandigheden. Vision-oplossingen stellen robots in staat om variaties in producten of posities zelfstandig te herkennen en erop te reageren, wat nieuwe toepassingen mogelijk maakt in onder meer kwaliteitscontrole en sorteerprocessen.
De echte ROI van robots
In een fireside chat gingen Marco van der Hoeven en Tibor van Melsem Kocsis in op een cruciale vraag binnen de maakindustrie: wat is de échte return on investment (ROI) van robots? Waar veel bedrijven geneigd zijn om de waarde van robotisering uitsluitend af te meten aan bespaarde arbeidsuren of terugverdientijd, betoogde Van Melsem Kocsis dat deze benadering te kort door de bocht is. Volgens hem ligt de werkelijke waarde in het elimineren van verborgen kosten die vaak niet zichtbaar zijn in standaard Excel-berekeningen.
Tijdens het gesprek werden diverse praktijkvoorbeelden besproken. Zo benadrukte Van Melsem Kocsis dat seizoenspieken in productie vaak leiden tot inefficiëntie en hoge kosten. Tijdelijke arbeidskrachten moeten telkens opnieuw worden getraind, maken meer fouten en zorgen voor verloop – allemaal factoren die ongemerkt de kosten verhogen. Robots kunnen hier juist voor continuïteit zorgen, omdat ze zonder extra training direct kunnen worden ingezet en minder foutgevoelig zijn.
Ook kwam de ergonomische waarde van robots aan bod. Door repeterende of fysiek belastende taken over te nemen, dragen robots bij aan een veiligere werkomgeving en helpen ze bedrijven te voldoen aan wet- en regelgeving. Deze voordelen worden zelden meegenomen in traditionele ROI-modellen, terwijl ze op de lange termijn een aanzienlijke impact hebben op personeelsbehoud en gezondheid.
Een andere belangrijke observatie uit de sessie was dat ROI binnen silo-georganiseerde bedrijven vaak versnipperd beoordeeld wordt. Waar de financiële afdeling kijkt naar investeringsrendement, is de productie gericht op operationele winst, en wil R&D vooral innovatie stimuleren. Volgens Van der Hoeven en Van Melsem Kocsis is het essentieel om deze perspectieven samen te brengen en tot een integrale beoordeling te komen van de waarde van robotica.