Het efficiënt beheren van verschillende machinevarianten is van groot belang voor OEM’s die werken met robotgebaseerde automatiseringsoplossingen. Vooral bij toepassingen waar robots met wisselende hardwarecomponenten – zoals grijpers, sensoren of aandrijvingen – worden ingezet, biedt flexibel I/O-beheer aanzienlijke voordelen. De I/O Connection Manager, onderdeel van de LASAL Engineering Software van SIGMATEK, speelt hierop in met schaalbare en aanpasbare communicatie tussen besturing en I/O-componenten mogelijk te maken.
De I/O Connection Manager maakt deel uit van de hardware-editor van de LASAL-software en is ontworpen om variaties in machineconfiguraties eenvoudig te beheren zonder dat meerdere versies van de besturingssoftware onderhouden hoeven te worden. Dit biedt uitkomst in productieomgevingen waarin robots in meerdere configuraties of fases worden ingezet.
Een centrale functie van de tool is de mogelijkheid om I/O-objecten als abstractielaag te definiëren. Deze objecten kunnen vervolgens met symbolische namen in het netwerk worden geplaatst, wat de overzichtelijkheid verhoogt. Alle I/O-statussen zijn centraal zichtbaar, kunnen logisch worden gegroepeerd en ondersteunen daarmee het in bedrijf stellen en diagnosticeren van robotmodules.
Beheer van varianten met Connection Files
Een belangrijk voordeel van de I/O Connection Manager is dat gebruikers slechts één applicatie hoeven te ontwikkelen en te onderhouden, ook bij uiteenlopende varianten van een machine of robottoepassing. Met behulp van zogenaamde Project Connection Files kunnen gebruikers specifieke verbindingen en instellingen vastleggen zonder de software zelf te wijzigen of opnieuw te compileren.
Bij het opstarten van de besturing wordt de feitelijke bedrading en I/O-toewijzing dynamisch geladen op basis van de geselecteerde connection- en parameterfiles. Hierdoor kunnen robots met identieke software verschillende taken uitvoeren of worden aangepast aan nieuwe hardwarecomponenten zonder extra ontwikkelwerk.
Meerdere connection files per project maken het mogelijk om uiteenlopende machineconfiguraties of uitbreidingsfasen te beheren binnen één basisproject. Dit stelt gebruikers in staat om bijvoorbeeld robotcellen te simuleren, op te starten met vooraf ingestelde waarden of tussen varianten te schakelen binnen dezelfde toepassing.
De flexibele toewijzing van functies aan I/O-kanalen beperkt zich niet alleen tot digitale of analoge signalen, maar geldt ook voor andere hardwarecomponenten zoals aandrijvingen en robotcontrollers. Dit maakt het mogelijk om enkel de benodigde modules per toepassing te installeren, wat kostenoptimalisatie ondersteunt en hergebruik van software vergemakkelijkt.
